3 Adem

De betekenis van klassiek is: “uit vroeger tijden stammend en toch niet verouderd”. Er wordt gewerkt volgens een klassieke, geijkte methode, zoals er klassieke regels zijn in toneel, in architectuur of schilderkunst. Zoals klassieke kunst en literatuur voorbeeldig kunnen zijn in hun soort en als model kunnen dienen, geeft de klassieke ademtechniek van Tamanti een basis voor het stemgebruik in anders ontwikkelde zangstijlen. Daarom heb ik deze klassieke techniek gekozen om lichte muziek te kunnen zingen. Eerst is er de beweging van het lichaam en daarna is er het geluid van de stem. De eerste ervaring van een mens is zijn geboorte. Het kost heel wat lichamelijke inspanning voor een baby om op de wereld te komen. Dan kost het nog eens heel wat lichamelijke inspanning om de nodige zuurstof te krijgen. Er gebeurt heel veel, voordat de stembanden kunnen trillen (dat is ook een beweging) en een baby kan schreeuwen.

Techniek is datgene wat de natuur je geeft aan materiaal. Hoe technisch ga jij er mee om; hoe gebruik je dat efficiënt? Anders gezegd: Techniek is een woord voor de zinvolle toepassing van de mogelijkheden van het stemmateriaal dat de natuur jou gegeven heeft om te zingen. Het is een woord voor de vaardigheid waarmee een zanger zijn prestaties verricht. Het moet een hulpmiddel blijven en mag geen doel op zichzelf worden want dan mis je iets van de filosofie van het zingen: het plezier in het communiceren met andere mensen door middel van het zingen. De klassieke ademtechniek geeft een functionele vrijheid en is een goede verzekering voor de stem. Een zangstudie kan schade aan de stem helpen voorkomen. Heb je éénmaal het gevoel leren kennen van wat gezond stemgebruik is, dan zul je nooit meer iets anders willen doen. Het sterkt je tegen de stormen van nachtenlange studio opnamen, achturige studio dagen, het gevecht om jezelf boven de instrumenten uit te kunnen horen, of tournees zonder gelegenheid om goed in te zingen, met droge, met sigarenrook gevulde ruimtes, en tegen vermoeidheid. Voor het staatsexamen lichte muziek wordt klassieke zangtechniek gelijk gestelt aan techniek. Dit betekent, dat de klassieke techniek ten grondslag ligt aan de techniek voor zang in de lichte muziek. Immers, in het zangonderwijs van onze Nederlandse cultuur staat een klassieke zangtechniek op de conservatoria op de eerste plaats. Dat heeft zich gedurende de geschiedenis van de ontwikkeling van het onderwijs zo ontwikkeld. De verschillende popstijlen hebben zich later op verschillende plaatsen op de wereld ontwikkeld. Soms uit de klassieke muziek, en soms niet. En overal ter wereld bestaan culturen met talloze technieken om de stem te gebruiken. Zij hebben hun eigen geschiedenis, van het Japanse “Bunraku”, “Nö” en “Kabuki” theater tot aan een Nederlandse vertaling van de IJslandse “Edda” door Thomas Otten, uitgevoerd door het RO theater te Rotterdam en uitgezonden via de radio door de VPRO. Ik geef in deze scriptie enkele van de belangrijkste aspecten van goed stemgebruik, onderbouwd door solfège oefeningen. Dan stel ik de leerling voor de keus: In een klassieke ademtechniek gebruik je de hele stem. Als je de langste weg ergens naar toe neemt kom je daar waar je wilt zijn en zie je dat je alles hebt gedaan en gezien zodat je het verleden achter je kunt laten en vergeten. Dan zijn er nieuwe mogelijkheden voor je. Wanneer je de kortste weg neemt kom je aan en zie je wat je allemaal nog had kunnen en moeten doen. Dan kom je slechts je eigen beperkingen tegen. Met andere woorden het is niet eenvoudig om de adem en daarna de stem te beheersen, maar het is de moeite van het proberen waard.

Zangers hebben een gemengde ademhaling: de middenrif - flankademhaling. Hier volgt een oefening om te voelen wat het middenrif veroorzaakt en om het gebruik van het middenrif te isoleren van de rest van het lichaam. Adem in met twee lichte, korte snufjes door de neus. Adem ontspannen uit door de mond. Buig het bovenlichaam iets voorover vanuit de vijf lendenwervels. Plaats de handen op de onderste ribben met de vingers naar de rug en de duim naar de buik. Adem ontspannen in en controleer met de handen of de ribben zijwaarts bewegen vanuit de rug. Adem onder de ribben. Het strottenhoofd is zo ontspannen en vrij, dat het lijkt alsof het op de bekkenbodem rust. Snuffel in door de neus. Hou het gevoel van inademen terwijl je op “ssss” uitademt door de mond, zonder het benauwd te krijgen. Snuffel weer in door de neus. Adem uit op “ssst”. Bij de -t- voel je de buikwand naar binnen veren, en bij de daarop volgende inademing vanzelf naar buiten bewegen. De buik spant zich naar binnen toe aan.

3.1 Inademen

3.1.1 Klassieke ademtechniek

Er zijn geen emotionele spanningen van maag en slokdarm naar het strottenhoofd. De buik- en bilspieren kunnen absoluut ontspannen. Het is de kunst los te zijn, niets te willen doen. Zoek de ontspanning in de lichaamshouding. Adem dan door de neus en de mond; je moet niet snuiven of happen. De neusvleugels zijn open. Als het goed is voel je bijna niet dat je het keelgat open zet. Je voelt een koude luchtstroom achter in de keel bij het weke gehemelte. Je mag jezelf niet horen ademen. Doe alles nog eens, maar geeuw licht als je de luchtstroom bij het weke gehemelte voelt. Doe dit nog eens, en open de ribben naar opzij en met de schuine buik- en rugspieren in de richting van de rug. Doe dit nog eens, en hou het strottenhoofd met tongbeen en tong laag als je geluid maakt. Hierna mag het borstbeen iets gelift worden, waardoor de hals en het hoofd iets achterover gaat, zodat je “uit volle borst” kunt zingen.

3.1.2 Lichte muziek

Je moet op een gezonde manier ontspannen inademen zoals hierboven beschreven is. De zangstijlen rock, country, swing, jazz en musical krijgen aandacht bij het uitademen, omdat de stem ná het inademen, bij het uitademen klinkt. Daar, op dat moment ligt een mogelijkheid om een sound te creëren.

3.2 Uitademen

3.2.1 Klassieke ademtechniek

De adem regel je door de buikwand langzaam naar binnen te trekken en de ribben open te houden. De adem- en bodemsteun blijven wanneer het middenrif sterk genoeg is om

afgeplat te blijven. Erna Spoorenberg noemt dit adem- en bodemsteun en het wordt door de schrijvers van het boek P.O.P.S. uit 1991 “functionele vrijheid” genoemd. Dat het

middenrif werkt voel je onder in je buik, in de spieren van de bekkenbodem. De bekkenbodem voel je wanneer je een diepe kniebuiging maakt en de benen vanuit de dijbeengewrichten in het bekken uitdraait zodat de knieën naar opzij (in een tweede positie) wijzen en weer naar binnen draait, zodat de knieën recht naar voren zijn. (in een zesde positie). Het middenrif en de stembanden werken vanuit de kleine hersenen via het autonome zenuwstelsel. Je voelt niet waar het middenrif is en wat het doet, maar wel wat het veroorzaakt. De beweging van de adem op het middenrif geeft je de functionele vrijheid waardoor het strottenhoofd vrij en ontspannen blijft. Wanneer je van die basis afgaat tijdens het zingen, of anders gezegd: je het middenrif niet helemaal oppakt naar beneden, dan komt er een reactie van spanning in het strottenhoofd, waardoor dikwijls de

spieren van de hals zich verkorten of anders gezegd: samentrekken, en het hoofd achterover “in de nek” gegooid wordt. Is de adem op de basis en het borstbeen iets gelift,

dan mogen bij het uitademen de armen gelift worden om de climax van de voorstelling te onderstrepen. Zo zing je “uit volle borst” en kijkt naar boven, in de richting van het publiek dat op de goedkoopste plaatsen in de zaal zit, op het “schellinkje”.

3.2.2 Lichte muziek

- Rock
Meer dan de meeste andere zangers moet een rock zanger zijn kaak, hals en schouders ontspannen en werken met de spieren van de onderbuik. Ze ondersteunen de werking van het middenrif. Rock moet erg intensief klinken. Veel mensen stellen rock gelijk aan een harde, ruwe, grove, scherpe, krijsende vocale kwaliteit geschreeuwd door een keel waarvan de spieren zich uitstrekken en het behoorlijk lang volhouden. Het veroorzaakt een erg schurend, ruw geluid en heeft veel carrières korter gemaakt. Toch moet Rock zeer intens zijn. De gaap oefeningen en legato oefeningen helpen om functionele vrijheid te verkrijgen. Een stem gaat langer mee als je op het middenrif zingt. Dit is van vitaal belang voor de rock zanger, zodat hij zichzelf kan beschermen tegen de slechte gevolgen van de rigoureuze eisen die aan zijn stem gesteld worden door de intensiteit van rock and roll. Met een beetje fantasie geeft inademen een gevoel van “het strottenhoofd op de bekkenbodem te laten rusten in plaats van het tegen het schedeldak te duwen” in een gespannen keel waardoor een schurend, ruw geluid ontstaat. Er kan een open mond, een open keel en op verschillende manieren een glimlach of ronde lippen zijn, die een variatie aan verschillende geluiden geven. Het hoeft niet altijd vriendelijk te zijn. Je mag ook een vervelende, felle, scherpe opmerking maken met een open mond en open keel, zoals de tapdanser doet in de film “The Cotton Club”, gespeeld door Gregory Hines. Hij zegt daar: “I’ll kill him with my tapshoes”. Als de zanger niet meer in gevecht is, wat een onrustig, zenuwachtig resultaat oplevert, kan hij niet slechts één sound, maar meerdere expressieve klanken en geluiden laten horen.

-Country
Op het middenrif zingen is nodig omdat country beheersing vraagt over het legato, want het is zoals alle muziek zeer emotioneel, en er zijn veel versieringen. Hedendaags country zang vraagt een verbazingwekkende vocale flexibiliteit, die onmogelijk ontwikkeld kan worden zonder het middenrif gezond de rust en de kracht te geven.

-Swing.
Dit is een ontspannen stijl die achter de tel aan komt, met een stem waar veel “lucht omheen is”. De crooner bepaalt nauwkeurig, heel zeker, de ontspanning in de zangkunst. Hij zingt nauwelijks luid. Hij gebruikt zijn lippen en (punt van de ) tong op een rustige, gemakkelijke manier. Zijn houding is natuurlijk. Hij ademt zelden dieper in dan nodig voor een gewone activiteit, noch ademt hij uit met veel energie van de onderbuik. De swing zanger moet een hoge graad van ontspanning van de buik en vrijheid voor de werking van het middenrif vinden om de milde, half geneuriede klanken te maken die zo vaak geëist worden in “swing singing”. Toch zal de expressieve swing zanger hoogtepunten vinden in de muziek en spanning daar naar toe bouwen door een voller geluid te geven en groter volume te maken. Dit vraagt o a een grote energie van de buikspieren. De zanger moet de buik en het bovenlichaam ontspannen zodat het middenrif goed kan werken, of anders gezegd: de vrijheid en de ruimte kan krijgen om te werken. Het is van een bijna onomstotelijke waarheid dat de swing zangers - die briljante carrières hadden in de dertiger en veertiger jaren (en ze zijn nog steeds actief en treden met succes op) speciaal de crooners - nooit té gespannen zongen. En daarmee wordt bedoeld dat, als in ons lichaam bepaalde spieren zich spannen, andere spieren vaak ook werken. Probeer dit experiment: Span de buikspieren sterk naar binnen toe aan. Wat gebeurt er met de kleine en de grote bilspieren? Kun je de buikspieren spannen zonder de corresponderende samentrekking van de bilspieren? Dat is niet makkelijk. Dus, in swing singing, als in geen andere stijl, moet de zanger zo waakzaam zijn dat de spieren van het bovenlichaam niet gespannen, star en stijf worden omdat de buikspieren werken. Mijn advies is: leer isoleren en coördineren. (In de Modern Jazz Dance lessen op de Theaterschool van Erica Rooda bijvoorbeeld). Leer het lichaam in tweeën te verdelen. Geef je lichaam positieve aanwijzingen. Zeg het wat je wilt dat het doet, niet wat je niét wilt dat het doet. Als je bijvoorbeeld last hebt van stijve kauwspieren, zeg dan geduldig en vriendelijk dat ze kunnen ontspannen of stel je voor dat ze zo sterk aanvoelen als marshmellows.

-Jazz
De jazz zanger kan de functionele vrijheid van de kracht en de werking van het middenrif ontwikkelen omdat de muziek niet alleen een grote stemomvang eist, maar ook een enorme hoeveelheid vakmanschap in het gebruiken van verschillende stemkleuren, steminzetten, verschil in dynamiek, het vermogen absoluut zuiver te zingen zonder vibrato, een behendig gebruik van een overvloed van vocale gymnastiek en bovendien, creativiteit. Zulke eisen kunnen niet vervuld worden met een onnatuurlijk klinkende stem. Ademen op het middenrif betekent echter niet dat je automatisch creatiever wordt. Niettemin, je bent tot meer in staat als je instrument je vriend is, een stuk gereedschap dat je onder controle hebt, liever dan een ongehoorzame vijand. Als ademen een tweede natuur is geworden, kun je de techniek vergeten, en je concentreren op goede communicatie en expressie. Dan kun je experimenteren met je eigen creatieve ideeën. Maar het is ook andersom, je bent geen jazz zanger omwille van de creativiteit, de macht en kracht van creativiteit alleen. Als je je stem slecht gebruikt, zal niemand weten of je al dan niet creatief bent.

- Musical
Door op het middenrif te ademen, zul je in het lichte en zware register vrij kunnen zingen en de stemovergang van licht naar zwaar kunnen mengen, zonder dat er een “breuk” te horen is tussen kop- en borstregister.
Registers worden in verschillende zangstijlen (styles) gebruikt omdat er types, karakters gevraagd worden (typecasting). De zanger moet kunnen acteren en dansen. Een acteur moet kunnen zingen en dansen. Een danser moet kunnen zingen en acteren. Vaak moet men verschillende muziekinstrumenten kunnen bespelen. De meest voorkomende zangstijlen in de Amerikaanse Broadway shows en Engelse musicals zijn: Legit, mezzo-soprano mix, soprano-mix, “high”, “medium” en “low belt”, “falsetto”, “chest-voice” en “character” songs in alle bovengenoemde stijlen.

>