2.2 Volg de logica van jouw stem. Lichaamshouding

2.2.1 Staan

Sta met de voeten iets uit elkaar, op heupbreedte. De druk van de voetzolen op de grond moet gelijkmatig verdeeld zijn. Trek de binnenkant van de voeten op en hang niet in de buitenkant van de enkels. Buig de knieën een beetje en overstrek ze niet, dan is er minder overspanning in de rug wanneer je een holle rug hebt. Kantel het bekken naar achteren en naar voren totdat het midden gevonden wordt. Hang niet in de heup; hang ook niet op één been. Vanuit de kom van het bekken moet de rug zo recht en lang mogelijk worden. De ribben zijn nu vrij om vanuit de rug te bewegen. Hou de schouders op één lijn en laat de armen zwaar langs het lichaam hangen. Wanneer we de hals volledig ontspannen, valt het hoofd naar voren met de kin op het borstbeen. Het hoofd is naar voren toe aan de halswervels gezet. Maak de hals lang in het verlengde van de wervelkolom, iets diagonaal naar voren. Beweeg de hals met het hoofd naar achteren, zodat je het hoofd heft en iets naar boven kijkt. Hou de rug lang. Kantel het hoofd iets omlaag totdat je recht vóór je kijkt. Zo heeft de onderkaak alle ruimte om ontspannen te blijven en te bewegen, terwijl het strottenhoofd vrij is om de stem te gebruiken en het middenrif vrij is om te bewegen met én onder de ribben in de richting van de bekkenbodem.

2.2.2 Zitten

Als je achter een klavier zit, gitaar speelt, of alleen maar zit terwijl je zingt, moet je er altijd voor zorgen dat de rug lang en recht blijft. Dat kan wanneer je op de twee zitknobbels van het bekken zit, de schouders laat hangen en in de rug ademt. De armen bewegen vanuit het midden van de rug, onder en tussen de schouderbladen. De hals is lang en draagt het hoofd. Denk het schedeldak naar het plafond.

2.2.3 Bewegen

Zorg ervoor dat je lichaam door een voor jou geschikte vorm van beweging in zo'n goede conditie is, dat je het uithoudingsvermogen hebt, waarmee je zonder moe te worden lang achter elkaar kunt bewegen, zingen, staan, zitten, lopen en boodschappen doen.

2.2.4. Ontspannen

Oefeningen die ik kreeg tijdens een zomercursus in 1986 aan de American Academie of Dramatic Arts van de spraakleraar William Maloney: ontspanningsoefeningen: rol het hoofd naar rechts, achter, links, voor, en andersom. Rol de schouders in een cirkel naar voren, boven, achter en laag. Zwaai de rechterarm in een cirkel los, en daarna de linkerarm in een cirkel los. Beweeg de tongpunt gespannen van de boventanden naar de ondertanden in een cirkel. Beweeg de handen en het gezicht om spieren actief te maken. Ontspan het hoofd naar voren, laat dan de hals los, daarna de rug "rol de rug wervel voor wervel af", tot de vingertoppen op de grond zijn. Schud dan voorzichtig het hoofd los. Maak geluid. Rol de rug rustig op. Neurie zacht een toon met de mond dicht en ook met de mond open. Adem in door rechterneusgat met wijsvinger op linker, en andersom om te voelen wanneer neus open of dicht is. Adem door neus en mond in en span buik naar binnen toe aan als je uitademt op A, ook E, IE en O. Dan VAA, VEE, VIE, VOO, en nog eens met crescendo op de tweede VIE VIE enz. Als je bij deze oefening met een arm heen en weer zwaait, van zij naar voren en terug, terwijl je veert in de knieën, open je de ribben nog meer naar de rug.

>