LES IX  PRODUCT-  EN PROCES-EVALUATIE EN REFLECTIE

24.1 Product-evaluatie

Product-evaluatie en proces-evaluatie: Wanneer je maar lang genoeg doorgaat met oefenen ontdek je vanzelf wel wat je waard bent. De wetenschap loopt achter de praktijk aan. Dat gaat zelfs zo ver dat, als je niet meer weet wat je wilt zeggen, of hoe je kunt vertalen, je de lettergrepen van de woorden kunt analyseren om zo tot een ander theoretisch inzicht te komen. Bijvoorbeeld het woord “geleerd” heeft dan iets met “geleerde” te maken. Wees niet zo traag als de wetenschap; denk altijd twee tellen vooruit.
Verslag van de ontwikkeling van de zanglessen.
Docent: “Zeg: Ik kan het”
Leerling: “Ik kan het niet”
Docent: “Zeg: Ik kan het nog niet”
Leerling: “Ik kan het nog steeds niet”
Een Japanse leermeester zegt, dat als de leerling het beter weet, hij zijn eigen weg verder zonder hem moet gaan.

Pas op voor de reactie na de stress!!
Je krijgt er spijt van wanneer je spanningen afreageert in ongedisciplineerd gedrag. Denk altijd twee stappen vooruit: verzin iets leuks waarmee je jezelf niet kapot maakt ná een spannende periode. Hoe ouder je wordt, des te moeilijker je lichaam zich herstelt van dingen die slecht voor je zijn, en verkeerde gewoontes leer je niet zo makkelijk meer af. Wat mij helpt, is mijn eigen trukendoos die ik heb ontwikkeld voor mijzelf. Bij tijd en wijle is het nodig om deze trukendoos te veranderen, want de trucen gaan kassiewijle omdat ik verander. Goede karakter eigenschappen worden beter en slechte karakter eigenschappen worden slechter. Dromen komen uit en nachtmerries ook.

24.1.1 Privélessen

1 Zangstudio Senefelderstraat 17
Deze lessen duren drie kwartier. Er komen leerlingen van alle niveaus, van professionals die in musicals of shows optreden tot amateurs en mensen die zangles nodig hebben als therapie.

Lessen als assistent-pedagoog.
Deze lessen duren 30 minuten, en voor twee of drie leerlingen samen een uur.
Regelmatig heb ik een gesprek met collega assistent-pedagoge Ellen en met onze “baas”. Ellen doceert jazz en lichte muziek en onze werkgever geeft les in klassiek. Ellen schrijft de vorderingen van de leerlingen en de oefeningen die ze met ze doet voor mij op. Zij geeft eerst resonantie-, articulatie- en egalisatie oefeningen. Dan volgt er een liedje waar ze niet langer dan 3 lessen aan werkt.

24.1.1.1 Leerplan

Mijn leerplan als assistent-pedagoge voor musical op 29 november 1995: Houding corrigeren. Zangoefeningen (solfège oefeningen) aanleren en de adem voelen stromen. Van blad lezen van melodie en ritme en tellen in driekwart en vierkwartsmaat. Het repertoire wordt in grote lijnen doorgenomen en de leerlingen mogen ongeveer 3 weken doen over 1 stuk. Het repertoire kan later afgemaakt, gecleaned worden als het tijd heeft gehad om te bezinken. Dan is er een mogelijkheid om het te presenteren in juni 1996.

1)Lichaamshouding:
Voeten heupbreedte naast elkaar, knieën iets ontspannen, bekken recht, rug recht en lang, hals recht en lang, buik ontspannen en onderkaak ontspannen
2)Adem:
    Egalisatieoefeningen voor de stem:
    Inademen:
    Bovenkant van de stem. Bovenlip op en neus open alsof je gaapt of ruikt en voel dat het keelgat wijd is door de ademstroom achter in de keel.       
    Uitademen:
    Oefening op A E I O van een kwint (5 tonen). Oefening op A E I O van een septiem (7 tonen) Bodem van de stem: Adem laag naar de rug. Ribben
    gaan open naar opzij en buik komt naar voren. 3e oefening op A E I O van een septiem en een decime (7 tonen en 10 tonen). 4e oefening op A E I O
    is een serie in 4 stukjes; Solfège oefening om laag te ademen en driekwarts- en vierkwartsmaat te leren tellen.
   
3)Resonans:
     Trilling van de stem in hoofd, hals en borst. Oefening om stem meer voorin te laten klinken in de ruimtes in je hoofd (o.a. kaakholtes). 2 tonen op 1
     klinker, 3 tonen op een klinker, 4, 5, 6 en 7. Oefening om laag te ademen naar rug, zij en buik en volle stem te geven en te laten klinken. Lange
     toonladders en vierklanken.

4)Articulatie:
    Woordjes om lippen en tong te spannen en te bewegen: Popocatepetl, Mississippiriver, Lelac Titi Caca, Topolino, Paperino, Qui, quo, qua,
    Paperopoli.

24.1.1.2 Evaluatie

van drie verschillende leerlingen Marja, Karin en Truus. Ze krijgen alle oefeningen en repertoire op papier.

24.1.1.3 Marja

Lichaamshouding:
Voeten goed neer zetten, knieën licht ontspannen, bekken recht, rug lang, hals lang, daarna de buikspieren los en de onderkaak los laten.

Adem:
Ze heeft geleerd de spieren van haar gezicht te gebruiken en leert neus, mond, (neus- keelholte en keelgat) wijd te maken alsof ze gaapt of ruikt zonder haar gezicht overdreven te bewegen en het gevoel van inademen vol te houden, te bewaren. Dit is de bovenkant van de stem. Het lukt haar beter om de buikwand en de bekkenbodem te ontspannen en de rug niet hol maar recht te houden waardoor ze laag door kan ademen naar het middenrif (dit is de bodem van de stem) als ze haar lichaamsgewicht mag verplaatsen van linker naar rechtervoet en terug.
Articulatie:
Om de lippen en tong actief te maken zijn er oefeningen met tekst:
Popocatepetl, Mississippiriver, Lelac Titicaca, Topolino, Paperino, Qui, quo, qua, enz.
Musical repertoire:“Medium belt”: “Logical song”, “Mixed voice”: “Stormy weather”. “Santa baby”, “Steppin' out”, “Tuinder”, “Nevertheless”, nog 1 stuk met de band, “Der Graben”

Huiswerk van 22 november 1995: Ze leert de eerste vier oefeningen.
Repertoire: Eerst de adem oefenen door de melodie op klinkers te zingen. Dan de medeklinkers ook, en daarmee de maat en het ritme van de muziek. Logical Song, Stormy Weather, Door lager te ademen en beter te luisteren gaat ze zuiver zingen.
Resumé van de zangles van 29 november: oefening 5 komt erbij. De articulatie, meer bewegen van lippen punt van tong. Ze gaat zelf oefeningen op de piano spelen en Stormy Weather proberen te spelen. In december en januari probeert ze noot voor noot Stormy Weather te leren en met de band
mee te zingen voor de presentatie.

24.1.1.4 Karin

Lichaamshouding:
Voor Karin is het niet makkelijk om haar rug recht te houden. Ze trekt haar rug makkelijk hol. Daardoor heeft ze moeite met laag ademen. Ze lift haar borstbeen teveel op in plaats van onder in de rug en de zij te ademen. Daardoor geeft ze te makkelijk lucht weg en zingt onzuiver. Haar buik is wel ontspannen. Haar articulatie kan veel scherper.

Musical repertoire:
Mixed voice: “Steppin' out”, “Girltalk”, “Skylark” Legit: “Wenn die Elisabeth”
Huiswerk: Ze leert net als Marja de eerste 4 oefeningen. Ze heeft moeite met het tellen van de muziek.
Resumé van de zangles van 29 november:
7 december. Neus en mond open houden, buik los laten, noten lezen, “Girltalk”.
13 december. Ze heeft geoefend op de dag van de zangles, oef. 1 2 3 en 4 tot 2 tonen op 1 klinker.
December en januari: “Whoa the fairies” en “Cherries so red”, ik begeleid haar dan zelf aan de piano.

24.1.1.5 Truus

Lichaamshouding:
Truus heeft een vrij rechte rug. Ze moet oppassen dat ze haar kaak niet naar voren duwt, maar ontspannen houdt.

Adem:
Ze kan vrij redelijk neus en mond open maken en laag door ademen, maar houdt het nog niet lang vol, ze kan nog geen lange zinnen zingen. (Ballads). Articuleren kan altijd sterker.
Musical repertoire:
“Medium belt”: “Kom sluit je maar aan”, “Legit”: “Is it really me?” “Der Graben”.
“Mixed voice”: “Skylark”, “Steppin' out with my baby”, “Girltalk”, “Nevertheless”.
Resumé van de zangles van 29 november 1995:
Houding: kaak los en “bij je houden” niet naar voren duwen, en borstbeen op. woordjes oefenen 1 2 3 4 en 9e oefening gedaan. Der Graben eerst op a, dan op klinkers die er staan, dan op tekst. Doe je de onderkaak te ver open, dan gaat het ten koste van de bovenkant (neus dicht). 7 dec. = volgende les: “It’s a grand night for singing”. kijk in spiegel of kaak op zijn plaats blijft. “Skylark” alles op AAA
13 december: voel kaak gewricht bewegen. alleen oef. 19.20 i.v.m. werk stuk van de les met Evelien meegedaan. December en januari “Zolang hij mij nodig heeft” doet ze met tape, “Where am I going” ook met tape in Nederlandse vertaling.

24.1.1.6 Evelien

Leer haar de eerste 4 oefeningen aan. Niet kuchen maar slikken. Hou neus en mond open tussen de oefeningen door. Bij “Steppin' out” de t en d uitspreken. De juiste noten lezen. Neem de muziek van “Makin' whoopee” en “Girltalk” mee.

13 december: Leer herkennen van oefeningen en notenbeeld. “Steppin' out” is goed genoeg gekend om te leren luisteren naar elkaar en als één stem gelijk te zingen. “I feel the earth move”, tot “around” gedaan. Leer nu de tekst en luister naar de LP “Tapestry” van Carole King.

24.1.2 Groepslessen

-Zangstudio Senefelderstraat 17
Soms zijn er twee of drie leerlingen samen in een les.
-Zangles geven bij de culturele organisatie van de universiteit van Amsterdam.
Voor buurthuis “De Piraat” kies ik repertoire uit onderstaande lessen.
December 1995 tijdens kerstvakantie:

24.1.2.1 Leerplan

Leerplan:
Zangoefeningen aanleren en adem voelen stromen. Hetzelfde als solfège: van blad lezen van melodie en ritme tellen in 3 en 4. Repertoire in grote lijnen doornemen en ongeveer 2 weken doen over 1 stuk. Dit hebben wij gedaan van 3 oktober tot 26 november:
1) Lichaamshouding:
Voeten heupbreedte naast elkaar, knieën iets ontspannen, bekken recht, rug recht en lang, hals recht en lang, buik ontspannen en onderkaak ontspannen
2) Adem:
Bovenkant van de stem. Inademen: Bovenlip op en neus open alsof je gaapt of ruikt en voel dat het keelgat wijd is door de ademstroom achter in de keel. Uitademen: 1e solfège oefening op A E I O van een kwint (5 tonen). 2e solfège oefening op A E I O van een septiem (7 tonen).
Bodem van de stem. Adem laag naar de rug. Ribben gaan open naar opzij en buik komt naar voren. 3e solfège oefening op A E I O van een septiem en een decime (7 tonen en 10 tonen). 4e solfège oefening op A E I O is een serie in 4 stukjes. Solfège oefening om laag te ademen en driekwarts- en vierkwartsmaat te leren tellen.
3) Resonans:
Trilling van de stem in hoofd, hals en borst. Oefening om stem meer voorin te laten klinken in de ruimtes in het hoofd (o.a. kaakholtes). 2 tonen op 1 klinker, 3 tonen op een klinker, 4, 5, 6 en 7. Oefening om laag te ademen naar rug, zij en buik en volle stem te geven en te laten klinken. Lange toonladders en vierklanken.
4) Articulatie:
Woordjes om lippen en tong te spannen en te bewegen: Popocatepetl, Mississippiriver, Lelac Titi Caca, Topolino, Paperino, Qui, quo, qua, Paperopoli.
5) Twee-stemmig zingen:
Solfège oefeningen zingen in tertsen en vier-stemmig het dominant septiem accoord gezongen.

24.1.2.2 Evaluatie

Repertoire:

Tot kerst wordt er veel repertoire doorgenomen om te ontdekken wat er werkt en wat niet. In januari wordt al het repertoire nog eens doorgenomen zodat we weten wat wij op de presentatie van 18 mei 1996 kunnen zingen.

Het repertoire van de Combiklas: negen stukken, waarvan drie kerstliedjes.

Leer tekst en luister naar begeleiding van de cassette tape: “There will never be another you”, “Steppin' out with my baby”, “Whoa, the fairies”, “Cherries so red”, “Girltalk”, “I feel the earth move”, “Have yourself a merry little christmas”, “De tuinder van Amstelveen”, “Santa Baby”.

Repertoire van de Klassiek gevorderden: acht stukken twee keer tweestemmig.

Leer tekst en luister naar begeleiding van de cassette tape: “Lasciatemi morire” twee stemmig, “Ja und nein”, “Sehnsucht nach dem Frühlinge”, “Piango, Gemo”, “Vittoria”, “Der Graben”.

Kerstliedjes: “Have yourself a merry little christmas”, “De tuinder van Amstelveen”

januari 1996:

25 sept “Lasciatemi morire”

2 okt

“Ja und nein”

9 okt

“Sehnsucht nach dem Frühlinge”

16 okt

“Vittoria”, “Piango, gemo”, “der Graben”

6 nov niets nieuws.

13 nov “Scorta rea”

20 nov potlood en papier om op te schrijven, 2-stemmig oefenen: niets doen als je niet weet wat je wilt, laat toon liggen (horen) stap voor stap hoger of lager, als de melodie hoger wordt ga je lager zingen en andersom. In tertsen zingen.

8 jan “Vittoria” 2e stem, “Let us wander” van Purcell.


126


jan “A Propos” voorgedaan, “A-saga, O-sprook, E-legende en I-dicht” Oefen melodie hoog laag, andersom , ritme kort lang, dynamiek fluister schreeuw, tempo snel langzaam. Ontspanningsoefeningen van Maloney gedaan.

Alle articulatie oefeningen.

jan: “Piango”, “Vittoria” , “Purcell”.

De combiklas vraagt om klassiek: “Hello, young lovers”, stuk uit examenlijst gevraagd om meer stijlen: “Wals” = ballad, “Vissie”, “Madame Lucy” = character, “Nevertheless” = mixed, standard, “Skylark” = mixed, standard, “With every breath I take” = mixed, torchsong.

25 sept “There will never be another you” = mixed.

2 okt “Steppin' out” = up-tempo.

9 okt “Who the cherries” = ballad.

16 okt  “Girltalk”, “I feel the earth move” = rock

23 okt niets nieuws.

okt “Once on this Island” = de vogels, kikkers, wind, bomen zingen vierstemmig

6 nov “Home again” = ballad.

20 nov niets nieuws.

27 nov “Merry christmas”, “Tuinder”, “Santa baby” , “Stille nacht”, “Chestnuts”, “White christmas” = kerst populair.

jan “Manha de carnaval” = latin.

15 jan vragen om voor 22 jan: “Supertramp”, “Earth”, “Manha”, “Home again”, Tina Turner “I can't stand the rain”. Ik probeer of ze alleen willen zingen. “Logical song”.

2 jan klassiek: “Piango”, “Vittoria”, Purcell: “Let us wander”          beloofd, werkelijk gedaan:

”Vittoria”, “Que ne suis je la fougère” nieuw met 4 leerlingen en hun solo's.

Solo’s: talen en tijdsperioden.

andantino “Lütgen nr 5”.

17 marchesi:    “Scala cromatica”.

" : “Arpeggio” Daniël (broer van Elinor). Schumann: “Nun hast Du mir den ersten Schmerz getan”.

Brahms:“Mädchenlied” .

J. Andriessen:   1e gedicht Ria.

Dr Thomas Arne: “Blow, blow thou winter wind”. Marieke Geef het een toon lager.

G. Bononcini:      “Per la gloria”.

Rodgers en Hammerstein: “Hello, young lovers”.

Bach:                     “Kantate 142”.

Händel:               “Haste to the cedar grove”.

Händel:           “Scorta rea”.

Bergerettes: “Que ne suis je la fougère”.

22 januari combi: Ik vertel iets over achtergrond van de musical: Amerika: volksmuziek, Australie, Afrika ook. immigranten rond eeuwwisseling brachten Europese klassieke muziek mee. Franse crinolines in Rio, pruiken, hoepelrokken, ook Spaanse invloeden.

klassiek = legit, “We'll meet again”.

jazz = pop Olivia “Grease” rock,

“belt” = “character” = cabaret = “Vriendinnetje”, “Brief van Mientje uit Soerabaja”,


127


“Earth”, “Manha”, “Home again”, “Supertramp”, “Logical song”, Tina Turner “I can't stand the rain”. “Vriendinnetje”, Seiko en Jaap “We'll meet again”, Hedwig. “Brief van Mientje”, Hester Dekker en Agnes, “Stormy weather”, “Dat zou je wel willen”, “Leidseplein”.

22 jan. “Vissie” nieuw gedaan.

29 jan: niets nieuws.

solo: Agnes en Hester “Brief van Mientje”

Seiko en Stefan: “Vriendinnetje”

Hedwig: “We'll meet again”

Eline en Ellen “The rose”

Bernette, Marjemme “Hedda Hopper”

Hester “You've got a friend”

Farin “Autumn leaves”

“You're the one that I want” uit Grease

“La grenoullière”

Revius 1e gedicht “Blow”

“Nun hast du mir den ersten Schmerz getan”

5 februari:

“You're the one that I want”

“All that jazz”,  Uit Oliver: “Kom sluit je maar aan”, uit Annie: “Dit leven is  verrot”  Farin:

“You've got a friend” en “Les parapluies de Cherbourg”.

12 febr klassiek na oef. “Que ne suis je la fougère” zuiver zingen

19 febr. “Earth”, “Manha”, “All that jazz”, “Wals” = solo nieuwe meisje

19 febr. klassieke les: “Lasciatemi” en “Scorta rea” en “Hello, young lovers” en “Getting to know you”.

26 neemt blonde mee in klassieke les: “My favourite things”.

18 maart voor Jaap “Sue me”

24.1.2.3 Kinderlessen

1 Muziekles voor kinderen van 9 tot 12 jaar

Er is een achterstand in het beleid. Er is geen sportvereniging en geen muziekles binnen de school. In dit stadsdeel project is slechts subsidie voor een kennismakingscursus haarverzorging, aerobics of basketbal. Dit is een project van een serie van tien muzieklessen voor de drie hogere groepen van een basisschool en nog eens tien lessen voor de drie laagste groepen van diezelfde school. Het is een naschoolse activiteit. Er zitten 15 leerlingen in het eerste en vijftien in het tweede blok. Er komt een opvoering voor de ouders van een half uur. Er zijn verschillende instrumenten. (Claves, xylofoon, triangel, tamboerijn, ritme handdrum en blokjes). Als deze twee cursussen succes hebben, komen er volgend jaar dertig lessen. Een stichting heeft subsidie gekregen om dit project te bekostigen. De lessen duren anderhalf uur. Een muziekles van 45 minuten is mooi. Wanneer de les anderhalf uur moet duren betekent dat dat ik andere werkvormen moet gebruiken zoals noten schrijven, tekenen wat je voelt bij het horen van muziek, of bewegen op muziek.

Een andere mogelijkheid zou zijn de muziekles binnen het rooster te geven. Een les van 45 minuten voor de grote kinderen en een les van 30 minuten voor de kleine kinderen.

a Leerplan 22 januari 1996

Didaktiek:


128


Ik maak een spiekbriefje waar iets over het uiterlijk van de leerlingen staat zodat ik de namen kan onthouden.

Ik kan ze ook de eerste les badges geven met hun naam. Als ik kinderen vrijheid wil geven, is het opleggen van discipline en het geven van beperkingen een pure noodzaak. Wanneer ik kinderen zo in de ruimte zet, vliegen ze alle kanten op. Geef ik ze slechts zes vierkante meter als in een klein lokaal dan blijven ze bij elkaar.

Ik ben streng, kijk ze aan. Ik zeg dat ze niet meer door elkaar mogen spreken. Om 15.15 is de theepauze om. Iemand mag de lege kopjes van de thee naar de keuken brengen.

Docente Marion vraag ik om naar mijn les te kijken en deze daarna te bespreken.

Ik ben niet emotioneel betrokken bij de kinderen. Ik zet ze duidelijk neer in een halve cirkel wat de gezagsverhouding onderstreept.

Er wordt een canon gezongen om het legato te oefenen en het verschil van kopstem en borststem te horen:

“De uil zat in de olmen bij 't vallen van de nacht

en over gindse heuvels antwoordt de koekoek zacht, koekoek”

Het eerste interval is c' f' Kinderen gaan spreek zingen en de borststem opdrijven, daarom geef ik ze een glissando oefening. Ze zingen een melodie van hoog naar laag, een glissando oefening. Ik doe het voor en dan doen ze het na. Ik wil graag dat het gelijk klinkt en dat er niet gelachen wordt als één kind het doet. Ik probeer ze te leren respect voor elkaar op te brengen. Het is de verdienste van negenentwintig andere kinderen dat ze luisteren naar één leerling. Ze ontdekken hun kinderstem.

Daarna een hele toon hoger vanaf het interval d' g' zodat ze beter de kopstem leren gebruiken. Ik zing het even voor. Laat ze een kinderstem ontdekken. Een kinderstem

is een echte sopraan, die zeker tot d” of e” en soms tot g" kan gaan. We zingen “Remember me” uit Dido. Laat ze ritme in het lijf ervaren, voelen door in de maat te

klappen, lopen, spreken, meeknikken. Ze kunnen meetikken met een wijsvinger of een teen. Of een kind laten lopen. Ik vraag wat voor maat is dit? En gebruik dat om de oproerkraaier actief te maken: hij of zij mag de maat lopen. Gebruik niet meer instrumentjes dan één tamboerijn omdat risico te groot is dat het een chaos wordt.

Na 20 minuten is de concentratie weg, dan komt er een grapje waar iedereen om lachen moet en we nemen de concentratie weer op. En moeilijk kind kan ik iets laten

doen. Nooit met kinderen in discussie gaan. Als ik in een winkel ben en ik wil iets niet kopen, dan is het zinloos als de verkoper mij probeert om te praten. ”Wilt u het toch niet kopen?” Niet doen. Ik zeg “Wees nou eens even stil”. Een kind reageert met: “Ja, maar zij doet dat”. Dan kan ik zeggen: “Ik geef de les!” een kind zegt “Ja, maar hij begon.” Ik zeg: “Stil! hou op!” Ga er niet op in.

Opbouw van een les volgens de “Handleiding voor de instructeur”. Het is geschikt voor privé les en groepsles.

Begin van de les begin 7-15 minuten:

In het begin praat je over niets de sfeer is ontspannen. (Dit noemt de docent van de militairen: “praatje pot”).

De controle van de vorige les of een inleiding over deze les en/of herhaling van de vorige les.

Dan komt de vraag wat we vandaag gaan doen. Dat is het leerdoel van de les. Wat heeft dat wat we nu vandaag doen voor nut? Ik leg dan de relatie naar een ander iets, naar de toekomst, het verleden of de gehele structuur: d.w.z. hoe we het gaan doen.


129


-Er wordt gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen om te weten of het duidelijk is wat ik heb gezegd.

Kern van de les 25-30 minuten hooguit:

Dit betreft de leerstof. Ik doe het geheel voor en daarna doe ik het in stukjes voor, kleine stapjes.

Dan geef ik aan om welk stukje het nu gaat en welk stukje ze moeten leren. Dan doen ze dat stapje met mij mee.

Dan doen ze het stapje terwijl ik zeg wat ze moeten doen (op aanwijzingen) en daarna doen ze het stapje zelf.

Dan gaan we door naar de volgende stap tot alle stappen achter elkaar gedaan zijn.

Einde van de les vijf tot tien minuten:

-De samenvatting geef ik zelf of ik laat het door de leerlingen vertellen.

Wat hebben we vandaag gedaan? Wat waren de leerdoelen? Wat heeft dat wat nu gedaan hebben voor nut?

Wat is de controle van deze les? De afsluiting van de les is hetzelfde als het begin: praten over niets in een ontspannen sfeer. (Een docent voor militairen zegt dan: ”Net als praatje pot”).

Dit is theoretisch de juiste volgorde, maar als de klas sneller is, kan ik stappen overslaan. Bij een “domme” klas kan het nodig zijn om de te behandelen stof drie

keer voor te doen. Een slimme klas doet direct de eerste keer mee.

Een idee voor een muziekles met beweging:

-De kinderen zijn toetsen van de piano waar een melodie op gespeeld wordt. Er zijn vandaag 13 kinderen. Maak 8 witte T shirt toetsen en 5 zwarte T shirt toetsen. Toon do re mi = c d e absoluut. De kinderen noemen de naam van de toon. Ze buigen hun knieën als ze "ingedrukt" worden. Als het niet lukt? Of als iemand zijn naam niet weet? Dan help ik om het kind tijd op de schouders te tikken, zodat het op tijd naar beneden gaat. Ik schrijf op wie waar staat, dat onthouden ze niet. Een kind zingt bijvoorbeeld de C’.

Maat en tempo. Loop mars en wals = wissel voet, omdat je maar 2 benen hebt. 2 x

2 is hetzelfde,  2 x 3 is hetzelfde, op muziek van “Kom sluit je maar aan”, “Aladdin”,

“Belle   en    het     beest    en    “De    Leeuwenkoning”.    Ik        maak   8   tellen   voor   de

vierkwartsmaat, 6 tellen voor de driekwartsmaat en 4 tellen voor de tweekwartsmaat. Een maat van 2 x 4 = 8 tellen. 2 x 2 = 4 tellen. 2 x 3 = 6 tellen. Noem de eigen naam en naam van de toon en naam van de tel. Maat klappen kan ook. Lukt het niet? Dan help ik ze. Improvisatie: sluip als een tijger, schuifel als een krokodil (armen en handen bij elkaar als de bek), loop als een aapje met de rug van de handen op de grond. Loop in een maat. Als ze spontaan zelf iets verzinnen kan ik ze prijzen en terugvragen of dat de bedoeling van de improvisatie was? Nooit negatief zijn over hun prestaties, omdat ze dan soms hun stem niet meer durven te laten horen of niet meer durven te bewegen.

Ritme = snel, langzaam, adagio, allegro. Maak ritme. noem eigen naam en naam van de toon en naam van de lengte van de noot. Doe de helft samen met een overgebonden noot.

Tekst. Ik leg uit dat je voor je eigen stem in de juiste toonsoort kunt transponeren. Zing je woord op je toon op de tel en spring van de piano af, op een andere plek in de zaal om te laten zien dat je op de piano kunt transponeren. De piano is een paar vierkante meter van de ruimte waar we zijn.


130


De kwintencirkel stellen we ons voor als een open kring. We zijn zeer uitnodigend naar het publiek dat uit de ouders bestaat, en zeggen in “Kom sluit je maar aan” dat ze er bij kunnen komen, want een piano heeft 88 toetsen, dus we kunnen ook zoveel mensen gebruiken. Zo maak ik aan het kind (en de ouders) aanschouwelijk welke elementen er gedaan zijn en dat ze daar een lied van kunnen maken.

Een idee voor een muziekles:

Uit de “Sound of music” zingen we “Doos waarop je een deksel doet” waardoor ze

begrijpen wat een toonladder is. Ik kan een toonladder maken door tape op een echte ladder van de school te plakken. Ik sla de toon aan op de piano die ze naast de ladder stappen. Of er wordt op de grond met tape een ladder geplakt als het geen probleem is voor de schoonmakers zodat het een aantal lessen op de grond geplakt mag blijven.

-Spel met namen: zet de kinderen in een kring en gooi met een bal. Er loopt een bandje met muziek, als de muziek stopt moet degene die de bal heeft zijn naam zingen op de toon waarop de muziek stopte. Leg de kinderen uit dat bijvoorbeeld de G van de naam Gaby in de toonladder zit. Zing met de kinderen een toon van de ladder op de eerste tel. Op de 2e, 3e en 4e tel slaan ze met slaginstrumentjes om de maat te voelen. Ze kunnen de tonen en slagen onthouden en na elkaar uitvoeren, zodat er een paar maten achter elkaar ontstaan. Dit kan ook met twee kinderen, dan ontstaat er een duet. Een spel is dat ik de noot aangeven die ze moeten zingen, en tegelijk lopen naast de ladder. Met tape kun je ook de notenwaarden leren. Maak vijf strepen van de notenbalk en leg de bal waar de noot is die gezongen wordt.

-Improvisatie: De kinderen zijn een vliegtuig. Vliegen (en zingen) laag en hoog. Een motorvliegtuig is staccato. Tempo langzaam snel, melodie, ritme, dynamiek. Improvisatie: een gesprek met geluiden, gabbertalk, geen woorden maar wel

melodie, tempo, dynamiek, ritme. Een liedje met beweging uit het Duits: g’ c” g’ f’ e’ f’ d’

mijn -wijs op hoofd - hoed die heeft drie hoeken

e’ f’ g’ a’ g’ e’ - vingers - drie hoeken heeft mijn hoed.

g’ c” g’ f’ e’ f’ d’

En had die niet drie - elleboog - hoeken, mijn = vervang door naar jezelf wijzen. Dan was het niet mijn hoed. e’ f’ g’ a’ b’ c’

-Liedje Be met de Abaa.

24.1.2.4 Evaluatie

Enter your text here...

24.1.3 Koordirectie

Enter your text here...

>