5 Dictie

en articulatie

Articulatie is het nauwkeurig uitspreken van zowel klinkers als medeklinkers. De klinkers moeten groot en ruim klinken. Bij de stemloze medeklinkers worden lippen en tong actief gemaakt; bij de medeklinkers met stem ook het middenrif en de buik. Een voorbeeld is “Jazz - ballet”; geen “Tjs - plet” of: “Jazz - dance”, en niet “Tjs - ngs”.

5.1 Klinkers

Beweeg de klinkers met een ontspannen onderkaak, alsof je ze kauwt. De stam- of oervokalen zijn de AA, IE en de OE. Ze heten zo omdat wanneer je door beweegt tijdens het zingen, de klank eindigt in een gesloten keel of mond: AAHHH, IEJJ, OEWW. Ga vanuit de scharnieren van de onderkaak in een vloeiende beweging van één klinker over in de andere. In de solfège oefeningen laat ik de OE weg omdat je daardoor te gemakkelijk je keel dichtknijpt. De OE zing je pas wanneer je accenten kunt geven en ritme kunt gebruiken. De resonans van de klinkers en medeklinkers projecteren de
emotie. Daar zijn de articulatieoefeningen voor. De Nederlandse tweeklanken zijn: AI, EI, UI, EU, OI, OU (als in “bouw”), EEU (als in “eeuw”), en IEU (als in “nieuw”). De J is een half-vocaal.

5.2 Medeklinkers

De medeklinkers zijn de steunpunten in onze uitspraak. Bij het inademen ontstaat de ruimte voor de klinker en bij het uitademen worden de medeklinkers gevormd door de mond, lippen en tong. De tongpuntconsonanten zijn: T, D, L, R, N, Z en S. Lippenconsonanten zijn: P, B en M. Tand-lippenconsonanten zijn: F, V en W. De door de tongrug en gehemelte gevormde zijn de K en de G. Bij de H gaat de adem hoorbaar door de mond, en langs de tong en gehemelte.

De T, L, R en N.
Plaats de punt van de tong tegen de wortels van de boventanden. De D is de zachte afleiding van de T. Als sluiter klinkt de D als T. Bij een correcte L mag alleen de tongpunt de voortanden raken. De zijranden van de tong mogen de kiezen niet raken. Tongpunt, neusholte, neus-keelholte en keelholte worden opengehouden met een hoog gehouden week gehemelte bij de N.

D S en de Z.
De boven- en ondertanden sluiten bijna helemaal op elkaar, terwijl de lippen zich in de breedte rekken. De lucht die tussen tongpunt en tandwortel ontsnapt veroorzaakt een zacht sissen. Stemloos. De Z is zoals de S, maar de Z is stemhebbend.

De P, B en M.
De P heeft van alle consonanten de meest stevige druk van het midden van de lippen. De B is de zachte afleiding van de P. De beide lippen worden met gelijkmatige druk over de hele breedte gespannen. Bij de M worden lippen, neusholte, neus-keelholte, keelholte en mondholte gebruikt.

De F, V en W.
Zet de bovenste snijtanden op de onderlip en laat weinig lucht door bij de F. Dit geldt ook voor de V, maar dan druk je de bovenste snijtanden iets tegen de onderlip. De W wordt gevormd door de onderlip stevig tegen de boventanden te houden. Ze helpen de reflex van het middenrif bewust te gebruiken.

Slotklankconsonanten.
Verwaarloos ze niet, maar laat ze duidelijk en zonder duwen op de adem en strottenhoofd horen. Geld, halt, halm, melk, help, hals, hond, mens, gang, drank, woord, urn, erg, kerk, hars, orff, dorp, vermomd, Marz, Paërl.

K, G en NG.
De K wordt door tongrug en gehemelte gevormd. Deze ontstaat, wanneer het midden van de tongrug kort de grens van hard en zacht gehemelte raakt en zich daarna afzet.
De G is de zachte afleiding van de K. De door de G gevolgde klinker klinkt zachter en nauwelijks nog explosief. Bij de NG is de keel dicht.

-Bij de medeklinkers span je de lippen en de punt van de tong aan. Beweeg met veel energie voor een nauwkeurige uitspraak. Popocatepetl, Citlaltepetl en de Ixtacihuatl zijn Vulkanen in Mexico. Mississippi River. Le lac Titicaca. Topolino is Micky Mouse in het Italiaans. Paperino is Donald Duck, Paperopoli is Duckstad, Zio Paperone is Oom Dagobert, Gustavo Fortunato is Guus Geluk, Nonna Papera is Oma Duck, Qui, Quo en Qua zijn Kwik, Kwek en Kwak. Pipo is Goofy, Minni is Minnie Mouse, Pluto is Pluto, Chip e Chop zijn Knabbel en Babbel, Lampje is Lampedina en Willie Wortel is Archimede of Pytagora. Namen uit “De leeuwenkoning” van Walt Disney zijn aardige tongtwisters: Moefasa, Sarabi, Simba, Scar, Nala, Poemba, Timon en Sazoe. Span de buik naar binnen toe aan bij de medeklinkers; daar zit de kracht van het ritme in de muziek. De klinkers kun je groot laten klinken, als opera; de medeklinkers bepalen het ritme in de maat.

5.3 Talen

Talen verschillen in spreektechniek. Bij het bedenken van de volgorde van een programma is het belangrijk dat de taal met de meeste klinkers en medeklinkers die voor in de mond uitgesproken worden, zoals de A, O, E, P, T, L, D, B, M, en N het eerst gezongen wordt. Dan volgt de taal die meer de half - vocaal zoals de J in zich heeft, en medeklinkers die meer achter in de mond klinken, zoals de G, K en NG. Zo kies je eerst voor Italiaans, dan Duits, Engels en Frans en Nederlands. Ook is de volgorde van de zangstijl van belang. Eerst kies je voor klassiek, daarna, “legit”, dan “mixed - voice” (met iets meer lucht), daarna “character songs” en tenslotte “belt - voice” (spreek zingen).
Hieronder geef ik de belangrijkste voorbeelden in de zangkunst.

Italiaans.
Deze taal heeft zeer veel vocaalsamenstellingen, twee, drie tot vier klinkers gaan zonder afsluiting in elkaar over. (Ciao_Accademia). Door de temperamentvolle uitspraak is er een zeer snel bewegen van de tong mogelijk van medeklinker naar klinker. Een bijna overspannen van de mondholte, waardoor de neusholte als indirecte resonansruimte meeklinkt. Klankschoonheid is het allerbelangrijkste, waardoor de betekenis van de tekst in het gedrang kan komen.

Duits.
De Duitse zang is overwegend een consonant en halfvocaalkunst. Door het naar voren brengen van de medeklinkers is er een hoge tongstand en geen snelle wisseling van medeklinkers naar klinkers, waardoor voordracht en dynamiek zeer goed mogelijk is. Dit kan ten koste gaan van de klankschoonheid.

Frans.
De neusholte wordt als directe resonansruimte gebruikt. Het nasaal spreken zorgt voor een slap week gehemelte waardoor de klinkers makkelijk in elkaar overgaan zodat lyrische en dramatische uitdrukking goed mogelijk is.

Engels.
De taal wordt voor een deel achter in de keel gesproken met een ontspannen onderkaak.

Amerikaans.
De mond wordt hier vrij breed gehouden, waardoor de neiging bestaat de onderkaak naar voren te brengen.

Nederlands.
De taal wordt voor een groot deel achterin de mond uitgesproken.

Amerikaans.
De mond wordt hier vrij breed gehouden, waardoor de neiging bestaat de onderkaak naar voren te brengen.

Nederlands.
De taal wordt voor een groot deel achterin de mond uitgesproken.

5.4 Uitspraak oefeningen

Als zanger zul je moeten kunnen spreken. De volgende oefeningen zijn van William Maloney. Hij is spraakleraar aan de American Academy of Dramatic Arts.
Gebruik de stem met open mond: OE OO AA EE IE. Kijk naar rechts met een rechte, lange hals.
Laat de spieren van de hals los en rol het hoofd voorlangs (met de kin in de richting van het borstbeen) naar links. Maak de hals lang en kijk naar links Dit is een “head swing”.
Doe het nog eens met een crescendo zoals aangegeven met een onderstreepte klinker OEOE OOOO AAAA EEEE IEIE. Maak een crescendo door de buik in te trekken (de buikspieren als het ware tegen de wervelkolom drukken) en de kaak los te laten.
Ook op Voe-oe-oe-oe, Mamamama, Zazazaza, Vavavava. Swing met het hoofd, de tors en de armen OE OO AA EE IE een halve swing, en bij AA een hele swing. “Speaking is an “Ah!” with your lips, tongue and mouth flapping around in front of it with pitch variations”.

Spreken is een geluid met toonhoogte verschillen en het bewegen van de tong en mond naar buiten (niet binnensmonds). Als je geluid maakt, sluiten de stembanden door te luisteren. “Get the vocal chords tight by “listen” them tight”. Resonating. Resonans: Als je de hals en maagstreek ontspant, relaxed, dan klinkt de stem door in het hoofd, “rings”. Volume verkrijg je wanneer je het diafragma naar beneden “duwt”, door de longinhoud te vergroten. Een actieve houding geeft ruimte aan de longen, buikorganen en bewegingsvrijheid aan het middenrif. William Maloney pakte de hand van een student. Hij duwde de arm omhoog wanneer de student geen weerstand gaf. De arm stelt de adem voor. Het middenrif is laag en breed als het weerstand geeft aan de adem. “Lippower”, lipspanning vraagt om weerstand. De weerstand is de ademsteun. Het gevolg is dat de buikspieren lang worden en naar voren, naar buiten gaan en niet zoals bij het uitademen (dansen) naar binnen alsof ze tegen de wervelkolom duwen. Eutonie: is het evenwicht tussen te veel en te weinig spierspanning. Het gaat om de juiste spanning.
Tempo: spreek de tekst snel en langzaam. Melodie: Faaaaa van hoog naar laag en laag naar hoog, hoog laag hoog. Laag hoog laag. “Wiggle besides vocal chords”.
Doe de volgende oefening met de tekst van een krantenartikel. Lees de zinnen van hoog naar laag, en van laag naar hoog. Zorg dat de stem niet eentonig wordt. Spreek melodieus. (In de musical “Evita” komt een scène voor waar Perron de massa toespreekt. Hij spreekzingt het recitatief, waardoor hij aan de zijkant van het toneel een enorme plein suggereert). Het gebruiken van de kopstem is veilig. Ritme: snel en langzaam. Denk vooruit. Maak de lettergrepen heel lang of zeer kort. Dynamiek: hard en zacht. Lees de tekst fluisterend, en met luide stem. Timing is de persoonlijke uitvoering van het ritme; de dosering van de gesproken woorden binnen de tijdseenheid.
Neem de adempauzes bij de komma’s en de punten van de zin, en bij woorden die benadrukt moeten worden.

Eutonie is de juiste spierspanning in de stem om te spreken. Let op de slotklankconsonanten; verwaarloos ze niet. Bij het articuleren beïnvloeden de hartslag en het ademritme elkaar. Stel je voor dat je een trap oploopt. Je staat stil om de voeten te vegen, dan zijn de spieren ontspannen. Loop vier treden van de trap op en adem uit. Pfffffft, er is een automatische inademing. vier treden uitademen, twee treden inademen enz. Het aanzetstuk is het gebied van de stembanden tot en met de lippen: de keel- neus- en mondholte. De grootte en vorm veranderen door het bewegen van het strottenhoofd, het zachte gehemelte (die de neusholte kan afsluiten) tong, onderkaak en lippen. Gebruik de punt van de tong. Breng de tong naar voren. Een acteur maakt fouten door een verkeerde melodie te gebruiken in zijn tekst. Iedere taal heeft zijn eigen melodie. Het Amerikaans is lager dan het Duits. Voor het spreken van een commercial wordt het volgende hulpmiddel gebruikt: er is een denkbeeldige lijn zoals het notenschrift van de tekst, zodat de acteur precies iets sneller, langzamer, hoger of lager kan gaan met zijn stem. Hij kan de melodie veranderen na honderd maal dezelfde zin te zeggen. Timing, energie en de spreekpauze op het juiste moment. De betekenis van een zin verandert door de accenten op andere plaatsen te leggen. “Wil jij die vaas daar neerzetten?”

 Okay                                                                                                      Today is Sunday         O                                         de zin is af, statement
                                                                                                                                                        ___________o____
___________o____  de zin is niet af                                                               .
                .                                                                                                                                           .
                                                                                                                                                                                                    .

Opnieuw, maar anders getekend

 Okay                                                                                                      Today is Sunday         O                                         de zin is af, statement
                                                                                                                                                        ___________o____
___________o____  de zin is niet af                                                               .
                .                                                                                                                                           .
                                                                                                                                                                                                    .

Stressed syllable.
Unstressed syllable.
Oefen de stem met emoties: Maak een van woede of opwinding overslaande stem, een van ontroering trillende stem, een van angst toegeknepen keel, geef geen geluid bij heftige gemoedstoestanden, maak een gespannen, geperst geluid bij spanning, stress.
Heb een hoge, wazige, onzekere stem, of en vrolijke heldere stem. De gevoelens van de acteur veranderen de “normal form” (denk aan de nieuwslezer).
De rand van de keel wordt hard bij het spreken. De keel is open en week, en het strottenhoofd vibreert bij het zingen. “Scoop around the pitch” geeft een saai stemgeluid (tegen de toon aan of boven de toon spreken). “Hit the pitch” in plaats van “scoop slight” (Zit óp de toon).
De Amerikaanse spraakklanken zijn anders dan de Nederlandse spraakklanken. De belangrijkste in onze taal zijn: klinkers, vocalen aa oo oe è ò ie. Tweeklanken, diftongen au ij ui eu (mengklanken). Medeklinkers, consonanten met weerstand geboden aan de uitstromende lucht. Een afsluiting: p t k. Een vernauwing: f s (tonggleufje) g. Het gaat om de wijziging van de vorm van de holten boven de stemspleet. Bij stemhebbbende medeklinkers voel je het strottenhoofd en de mondbodem. Bij stemloze medeklinkers niet: s p t k. Acteur Terry Wogan zei in een talkshow, een praatprogramma op de televisie: “I breath through my nose and talk through my mouth at the same time. Several doctors told me I’m out of my mind”. Hij kan razendsnel articuleren en werkt voor tv commercials. “Po po da da tien keer. Ma me mi mo moe - da - pa - ga la la la”. “Wishi willies, washes wallies waltz”. “Bettie batter bought a bit of better butter, but the bit butter that Bettie Batter bought, was a bit bitter for the better butter”. “Chopping the shock from some chestnuts. (De schil van enkele kastanjes afhakken, kloven). “Did Chuck chop the shocks faster than Chuck chucks the chestnuts, or did Chuck chuck the chestnuts faster than Chuck chops the shocks?”(Klooft Chuck de hulzen van de kastanjes sneller dan dat hij ze uit de boom gooit, of werpt hij ze sneller uit de boom dan dat hij ze klooft? “Chopping the shocks from some chestnuts”.

5.5 Schreeuwen

Als je een rock zanger bent, zul je gaan schreeuwen. Het is een deel van de muziek. Ik vergelijk schreeuwen vaak met het vallen in een sport waarbij je met anderen in aanraking komt, zoals voetbal. Als je lichaam sterk, gezond en flexibel is, is er een kleine kans op letsel. Wanneer je jezelf in een gespannen toestand houdt, zal je lichaam de botsing in zich opnemen in plaats van de schok weerkaatsen. Zelf ben ik eens tegen een paaltje op het fietspad bij het Amstel station gebotst. Er fietsten vijf kleine kinderen, laag bij de grond, op kleine fietsjes met wapperende rokjes en jasjes en slingerende wielen. Ik fietste vlak achter ze en keek naar ze. Ze gingen als groepje tussen drie paaltjes door die diagonaal (dus met een respectievelijk kleine afstand van elkaar) op het fietspad staan. Ik zag het gevaar van de kinderen en niets anders. Toen mijn voorwiel loodrecht op het paaltje stond voelde ik een schok, rolde mezelf op als in een reflex (maakte een contraction met mijn buikspieren) gleed rechts langs mijn fiets op het fietspad, rolde over rechts over mijn rug, strekte daarna mijn armen en benen lang uit en eindigde rechtop in een 2e positie. De kracht van mijn buik-, bilspieren en rug had de klap opgevangen die ik anders met mijn hoofd had gemaakt. Daarom had ik slechts een blauw oog, en geen hersenschudding. Ik heb het aan mijn stugge bouw en sterke botstructuur (door het welvaarts eten) en danstraining van twintig jaar te danken dat er niets vervelends is gebeurd. Rock zangers kunnen de fysieke eisen van hun muziek niet negeren en kunnen geen blijvende schade doorstaan. Als je schreeuwt, laat dan je lichaam los, vooral je hals. Span de tong en wanden van de keel om een vervormd geluid te maken, in plaats van het strottenhoofd hoog en stijf te houden terwijl er lucht doorheen geduwd wordt. De keel spannen met een lage strottenhoofd is als gitaar spelen door een effecten box, het signaal wordt veranderd ná de geluidsbron. Het overbelasten van de stemplooien omwille van een schurend geluid beperkt de stem. Aarzel niet, wees overtuigend, dan verstel je het strottenhoofd niet. Het meeste van de schade die door schreeuwen aangericht is, wordt veroorzaakt door de eigen weerstand die je biedt. Als er ook maar de minste aarzeling is over wat je doet, worden de spieren star en stijf en verlangen meer kracht dan nodig is. Als je die kracht niet in je hebt, doe dan niet alsof, “don’t fake it”. Het richt niet alleen maar meer schade aan, maar er is geen enkel publiek dat er in gelooft.  Wanneer je niet kúnt schreeuwen, kies dan een eenvoudig rock stuk en zing het met een niet al te grote rock stem op een moment in de voorstelling tussen twee liedjes in een andere muziekstijl. Daarmee geef je dan zo’n duidelijk contrast, verschil, dat het rocknummer als zodanig overkomt.  Alles is immers relatief en hangt samen met de context.
Opnemen en weerkaatsen.
De spieren van de wanden van de keel veranderen van structuur als ze spannen en ontspannen. Een starre, stijve spier is ruw en absorbeert, terwijl een ontspannen spier een glad oppervlak geeft en geluid reflecteert. Het is wijs om dit te bedenken als je hard “pusht” om luider of hoger te zingen. Hoe meer je inspant, des te meer geluid wordt opgenomen. Een groot deel van de kracht van ’s zangers projectie is de hoeveelheid hogere tonen die met de grondtoon meeklinken en de mate waarin ze resoneren. Een ontspannen keel laat meer met die boventonen gebeuren, en maakt de stem op die manier luider.

5.6 Warm down

Blijf zingen tot na de voorstelling om de stem tot normale rust terug te brengen. Doe oefeningen of kies geschikt repertoire en verminder langzaam de intensiteit. Dit hoeft niet langer te duren dan een paar minuten. Als je gaat slapen nadat je hard gezongen hebt, maakt het slijmvlies dat het strottenhoofd bekleedt en je stem buitengewoon laag en rasperig maken. Dit te willen schoonmaken door te grommen, zal de zwelling alleen maar verergeren. Zelfs al wil je geen zuivere en gezonde stem, is het van vitaal belang dat het strottenhoofd in goede conditie is gedurende de uren dat je niet zingt. Gorgelen met zout water is het beste om de stem tot rust te laten komen. Soms heeft de conditie van je stem niets te maken met de manier waarop je zingt, maar met je gedrag op het feestje na afloop van de voorstelling.

>