11.3 AMV Solfège

         Algemene Muzikale Vorming met Solfège. Solfège houdt in: ademoefeningen op toonladders

Er zijn talloze manieren om de stem te gebruiken. Er zijn pygmeeën die boventonen kunnen zingen. Boventonen zijn hogere tonen die met de toon die gezongen wordt, de grondtoon, meeklinken. Een voorbeeld van zingen met heel veel kracht op het strottenhoofd is van het vrouwenkoor: “Les voix bulgaires”. Er zijn Mexicaanse vrouwen die tweestemmig zingen. De Indiase raga’s vragen tonen tussen onze westerse halve toonafstand, evenals de Turkse en Arabische muziek. De blue note voor de derde, vijfde en zevende toon van de toonladder. Enz. In onze westerse cultuur hebben wij een muzikaal systeem ontwikkeld om het gehoor te trainen, dit noemen wij solfège.

11.3.1 Training van het gehoor

1) melodie: Luister naar 1 toon. luister naar een andere toon. Hoor of deze 2e toon hoger of lager is.
2) interval: hoor 1 toon, een interval (tweeklank) of een drieklank.
     Vanuit de toon C (in dit verband de reine prime genoemd) zijn de intervallen:
     C-D: grote secunde (C-Des: kleine secunde)
     C-E: grote terts (C-Es: kleine terts)
     C-F: reine kwart (C-Fis: overmatige kwart)
     C-G: reine kwint (C-Ges: verminderde kwint)
     C-A: grote sext (C-As: kleine sext)
     C-B: grote septime (C-Bes: kleine septime)
     C-C: rein octaaf
     C-D: grote none (C-Des: kleine none)
     Overige intervallen boven het octaaf: decime (twaalf), tredecime (dertien), kwartdecime (veertien), kwintdecime (vijftien = twee octaven).
 3) drieklanken Een drieklank is een samenklank van drie tonen van een octaaf: grondligging: prime, terts, kwintsextliging: prime, terts, sext.
      kwartsextliging: prime, kwart, sext.
4) vierklanken Een vierklank is een akkoord van vier klanken:
     grondligging: prime, terts, kwint, septime
     kwintsextligging: prime, terts, kwint, sext
     tertskwartligging: prime, terts, kwart, septime
     secundeligging: prime, secunde, kwart, sext

11.3.2 Van blad zingen

Probeer een gegeven melodisch een- en tweestemmig dictee te noteren en te zingen, en probeer een ritmisch dictee te noteren en te tikken.
1) Tempo en karakter aanduidingen. De belangrijkste tempo aanduidingen zijn adagio (langzaam) en allegro (snel).
2) Dynamische tekens mf = mezzoforte, f = forte, mp = mezzopiano, p = piano en lettertekens als Coda = staartje of laatste stukje van de muziek. 3) Herhalingstekens.
     In de herhaling van een aantal maten komen eerst de dubbele strepen met twee puntjes, dan het segno D.S.= “dal segno”. Dit betekent dat je    
     zingt of speelt vanaf het teken; Da capo al fine = van het begin tot het eind;
     Da capo al segno = van het begin tot het teken. en het coda teken, soms extra toegevoegd aan de eigenlijke vorm van de compositie.

11.3.3 Routine

Beginners, raak niet in paniek

Rustig lezen

Gevorderden/intermediate

Professionals

Van een professionele leerling mag ik verwachten dat er thuis even ingezongen is zodat hij of zij na tien minuten van de lestijd inzingen aan het repertoire kan beginnen. De adem is dan op zijn plaats, de lichaamshouding is correct en de articulatie is voldoende. Het grootste deel van de les kan besteed worden aan repertoire.

>